Suriname sinds de verkiezingen van 1991

Suriname na de periode Bouterse
Suriname stond er aan het begin van de jaren negentig erg slecht voor. Vanwege de decembermoorden had Nederland de ontwikkelingshulp stopgezet en hadden de aanvallen van Brunswijk de economie verwoest. Er was veel werkloosheid en armoede. Vooral vanwege het instorten van de bauxietindustrie kreeg Suriname geen inkomsten meer vanuit het buitenland. Door het geldgebrek konden er geen consumptiegoederen meer vanuit het buitenland geïmporteerd worden.

1991: Venitiaan wordt president
Naast deze negatieve gevolgen van de periode Bouterse was er echter ook een positieve ontwikkeling. Tijdens het militaire bewind zorgde het gezamenlijke verzet tegen het militaire bewind voor een gevoel van verbondenheid onder de verschillende politieke partijen. Voordat Bouterse in 1980 aan de macht kwam leefden de verschillende bevolkingsgroepen nog veel langs elkaar heen en stonden de partijen pal tegenover elkaar. Toen er in 1991 democratische verkiezingen werden gehouden, gebeurde er wat in 1975 nog onmogelijk was: creolen, Hindostanen en Javanen gingen samen een regering vormen. De creool Venitiaan werd president.

President van Suriname Ronald Venetiaan

De vijf jaar dat Venitiaan het land regeerde, werd er hard gewerkt aan de terugkeer van de democratie, de rechtstaat en aan het herstel van de economie. Met name dat laatste was een zware klus. Met vallen en opstaan werd de schatkist van Suriname weer gevuld met inkomsten uit de winning van bauxiet (welke industrie ze weer opbouwden) en goud.

1996: Wijdenbosch wordt president
Ondanks de inspanningen mocht de regering-Venitiaan na de verkiezingen in 1996 niet verder regeren. De nieuwe president werd Wijdenbosch. Wijdenbosch gaf echter veel geld uit: aan het einde van zijn regeringsperiode had hij 98% van de Surinaamse goudvoorraad er doorheen gejaagd. In 2000 moest Wijdenbosch aftreden. Venitiaan werd nu voor de tweede keer president.

Jules Wijdenbosch, Foto: Jurgen Caris

2000 Venitiaan wordt opnieuw president
Toen de nieuwe regering van Venitiaan in 2000 het land ging besturen waren er een hoop problemen die opgelost moesten worden. Hoewel het oplossen van deze problemen niet snel ging, werd er wel enige vooruitgang geboekt. Tijdens de verkiezingen van 2005 mocht de regering onder leiding van Venitiaan blijven zitten om de problemen in Suriname verder op te lossen. Hieronder staat een aantal van deze problemen.

De vriendjespolitiek
Om te beginnen was en is er veel sprake van vriendjespolitiek waardoor het land niet doelgericht bestuurd wordt. Om dit te verduidelijken komt nu een voorbeeld. Omdat het in Suriname veel regent is het asfalteren van zandwegen erg belangrijk in dit land. Het komt regelmatig voor dat tijdens regenseizoenen zandwegen (wat veel wegen in Suriname nog zijn) in grote modderpoelen veranderen. Mensen kunnen dan niet naar het werk en kinderen kunnen niet naar school. Er wordt regelmatig door de regering geld vrijgemaakt voor het asfalteren van wegen. Welke weg er bestraat wordt, beslist een ambtenaar. Omdat de ambtenaar echter aan vriendjespolitiek doet beslist hij dat de weg langs het huis van een familielid wordt geasfalteerd. De weg langs een schooltje blijft een zandweg.

De overbezetting van de overheid
Een ander probleem is dat er veel te veel mensen bij de overheid werken. In 2000 was 60% van de werkende bevolking in dienst bij de overheid! Dit is niet goed omdat deze mensen allemaal een salaris moeten krijgen. Vanwege de vele salarissen die uitbetaald moeten worden is er weinig geld over voor zaken die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van het land: bijvoorbeeld het asfalteren van wegen, het aanleggen van waterleidingen of het onderhouden van woningen en monumenten.

Het grote aantal ambtenaren wordt veroorzaakt door de vriendjespolitiek. Wanneer er verkiezingen zijn gaan de politieke partijen overheidsbaantjes uitdelen in ruil voor stemmen. In 2000 waren er intussen zoveel banen uitgedeeld dat er te weinig werk was om alle ambtenaren een volle dagtaak te geven. Het gevolg was dat veel ambtenaren zich 's ochtends melden op het werk om daarna weer te vertrekken.

Hoewel zulke overheidsbaantjes niet genoeg zijn om van te leven, willen veel mensen hierin werken. Mensen die bij de overheid werken krijgen namelijk gratis toegang tot het ziekenfonds en zijn verzekerd van een basisinkomen. Maar omdat veel overheidsbanen toch niet genoeg opleveren, zijn de meeste ambtenaren genoodzaakt geld bij te verdienen. Dit doen ze in de informele sector.

Hosselen: levende krabben hangen aan trossen bij elkaar gebonden om te worden verkocht aan de kant van de weg.

De informele sector
Een derde probleem in Suriname is de grote informele sector. De informele sector is een ander woord voor de zwarte handel, waar geen belasting over betaald wordt. De formele sector is de legale handel, waar wel belasting over wordt betaald.

Omdat de mensen in Suriname over het algemeen weinig verdienen gaan de mensen erzwart bijverdienen. In Suriname wordt dit hosselen genoemd. Mensen gaan in hun vrije tijd bijvoorbeeld fruit verkopen, toeristen vervoeren of schoenen poetsen. Een te grote informele sector, zoals in Suriname, is niet goed omdat de overheid dan veel belastinggeld misloopt. Er is dan minder geld beschikbaar om het land tot ontwikkeling te brengen.

Het illegale circuit
Naast het vrij onschuldige hosselen is er ook sprake van een grote illegale handel. Illegale drugshandelaren verdienen veel geld met het vervoeren van drugs vanuit het binnenland naar Europa. Daarnaast vindt er in het binnenland van Suriname veel illegale goudwinning plaats. Vooral Brazilianen komen naar Suriname om naar goud te zoeken. Bij het zoeken naar goud gebruiken de Brazilianen kwik, wat niet alleen zeer schadelijk is voor de natuur, maar ook voor de mensen die in het binnenland wonen. De overheid kan weinig doen tegen deze illegale goudzoekers, omdat deze diep verstopt zitten in het onbegaanbare regenwoud.

Het Illegale cirquit: In Suriname kan het voor mensen aantrekkelijk zijn om in de drugs- goud- of andere illegale handeltjes te gaan werken, omdat er veel armoede is. In deze sectoren is snel goudgeld te verdienen. Hierboven zie je een rugsvangst.

Terug