1986-1991: de Binnenlandse Oorlog
1986: Brunswijk bereidt zich voor op de aanval
In 1986 begon de jonge bosneger Ronny Brunswijk plannen te maken om het bewind van Bouterse met aanvallen ten val te brengen. Voordat Brunswijk deze plannen had gemaakt was hij een lijfwacht van Bouterse, maar na een aantal conflicten was hij uit het leger ontslagen. Hij reisde naar Nederland en kwam daar in contact met Surinaamse bevrijdingsorganisaties. Deze wisten hem over te halen om te gaan strijden tegen Bouterse.
Ronny Brunswijk. Ging de strijd aan tegen het regime van Bouterse.
Zo ontstond de Binnenlandse Oorlog. Tegenwoordig is Brunswijk nog
een omstreden figuur er staat, net als op Desi Bouterse, een internationaal
opsporingsbevel op hem vanwege drugshandel. In Suriname is hij de leider
van een politieke partij en is hij zakenman.
Van de Nederlandse bevrijdingsorganisaties kreeg Brunswijk 17.000 gulden waarmee hij naar het Surinaamse buurland Frans-Guyana trok. Hier kocht hij wapens en andere benodigdheden waarmee hij aanvallen kon uitvoeren. Eenmaal teruggekeerd in Suriname verzamelde hij een klein groepje jonge bosnegers om zich heen. Dit groepje kwam bekend te staan als het 'Junglecommando'.
1986: Brunswijk komt in actie
Op 21 juli 1986 vond de eerste actie van het Junglecommando plaats waarbij twaalf soldaten gevangen werden genomen. Hiermee begon een zes jaar lange strijd die nu bekend staat als de Binnenlandse Oorlog, die vooral in het oosten uitgevochten werd. Dit zou één van de zwartste bladzijden worden uit de Surinaamse geschiedenis. De dag na de eerste aanval mislukte een aanval op Albina. Daarop gaf Bouterse het nationale leger de opdracht volop in de tegenaanval te gaan. Al gauw bleek dat Brunswijk wel kleinere successen kon behalen, zoals het neerschieten van een helikopter, maar dat het geen gebieden bezet kon houden. Anderzijds was het nationale leger niet in staat het Junglecommando te vernietigen.
Brunswijk verandert van tactiek
Toen Brunswijk merkte dat hij niet in staat was dorpen blijvend te kunnen veroveren, veranderde hij van strategie. Het doel van het Junglecommando werd nu het verlammen van de Surinaamse economie. Door bijvoorbeeld palmolieplantages en bauxietbedrijven te saboteren werden duizenden Surinamers werkloos. De bedoeling van Brunswijk hiermee was dat deze werklozen uit onvrede tegen Bouterse in opstand zouden komen. Ondanks alle onvrede die ontstond kwamen er geen opstanden tegen Bouterse.
De gevolgen van de Binnelandse Oorlog
Door tegenacties van het leger werden er honderden onschuldige bosnegers vermoord. Op zoek naar leden van het Junglecommando werden het stadje Albina en veel bosnegerdorpen weggevaagd door het Surinaamse leger. Wegen, scholen en bedrijven werden vernietigd. Duizenden binnenlandbewoners sloegen op de vlucht naar Paramaribo en Frans-Guyana, het buurland van Suriname. Hoewel in 1992 de vrede werd getekend en de wederopbouw van het land zo'n twintig jaar na de binnenlandse oorlog begon, zijn de gevolgen nog steeds aanwezig. De psychische gevolgen van de oorlog zijn vandaag de dag nog steeds merkbaar.
Video fragment: Bar'puru! 'Schreeuw het uit!'
Klik op de afbeelding voor een documentaire
over de binnenlandse oorlog.
Bekijk stukjes om niet te veel tijd kwijt te raken.
Waarschuwing: Er kunnen schokkende beelden voorkomen.
Hoeveel steun Brunswijk had onder de bosnegerbevolking is moeilijk te zeggen. Zeker is wel dat het Junglecommando in de rest van Suriname op weinig steun kon rekenen. Door de acties leed Suriname grote economische schade waardoor er veel werkloosheid, armoede en tekort aan goederen en voedsel ontstond.
1988: Bouterse houdt democratische verkiezingen
Door de verslechterde toestand in Suriname zag Bouterse zich in 1988 genoodzaakt voor het eerst democratische verkiezingen te houden. Op deze manier probeerde Bouterse de Surinamers weer tevreden te krijgen, en hen het idee te geven dat ze inspraak hadden. Er kwam een nieuwe regering onder leiding van Arron, maar Bouterse hield zelf te veel macht om van een democratie te kunnen spreken.
1989: Nederland geeft weer ontwikkelingshulp
Nadat Suriname had beloofd dat er vrede gesloten zou worden met Brunswijk was Nederland bereid de ontwikkelingshulp voor Suriname weer op te starten. Hoewel Suriname van de 3,5 miljard gulden nog 1,6 tegoed had, kreeg het land dit geld niet zomaar. Nederland had het vertrouwen verloren. De Nederlandse staat zou alleen de rekeningen betalen voor daadwerkelijk uitgevoerde projecten, en dus geen geld rechtstreeks aan de Surinaamse regering overmaken. In 1989 werd er voor het eerst weer geld overgemaakt naar Suriname. In dat jaar werd er ook vrede gesloten tussen de Surinaamse regering en Brunswijk.
1990: het leger grijpt opnieuw in
In 1990 vond er een conflict plaats tussen bosnegers en inheemsen. De regering lukte het niet dit conflict op te lossen. Dit was voor de legerleiding reden om op kerstavond 1990 in te grijpen. Per telefoon deelde de legerleiding mee dat de regering af moesten treden, wat dan ook gebeurde. In 1991 werden nieuwe verkiezingen beloofd die ook daadwerkelijk plaats zouden vinden.
De huidige president van Suriname Ronald Venetiaan
1991: verkiezingen
Na de verkiezingen van 1991 werd Venitiaan de nieuwe president. De grondwet werd hersteld en het leger mocht geen politieke rol meer spelen. Aan de strijd tussen het leger en het Junglecommando was nu een einde gekomen. Met Nederland werden nieuwe afspraken gemaakt hoe de rest van het ontwikkelingsgeld (1,3 miljard gulden) besteed zouden worden. Het belangrijkste punt werd het herstel van de economie. In de loop van het jaar 1992 keerden de meeste gevluchte uit Frans-Guyana terug. Op 8 december 1992 werden voor het eerst de slachtoffers van de decembermoorden herdacht. Bouterse diende vrijwillig zijn ontslag in als legerleider.
Terug
|