1683-1795: De 'Geoctroyeerde Sociëteit van Suriname'
1683: Suriname wordt eigendom van de 'Geoctroyeerde Sociëteit van Suriname'
In 1683 was Suriname eigendom geworden van de Geoctroyeerde Sociëteit van Suriname. Dit was een vereniging van de eigenaren van Suriname. De eigenaren waren: de rijke edelman Cornelis van Aerssen van Sommelsdijck, de stad Amsterdam en de WIC. Elke eigenaar was voor één derde deel eigenaar van Suriname.
De vlag van de WIC: Geoctroyeerde Westindische Compagnie.
Verdeling van de macht
Het dagelijkse bestuur van de kolonie kwam in handen van een gouverneur die door de Sociëteit werd benoemd. De macht van de gouverneur werd beperkt door het instellen van een Hof van Politie, waarin de plantage eigenaren vertegenwoordigd waren. (Politie betekent bestuur.) De gouverneur moest voor iedere beslissing die hij wilde nemen goedkeuring vragen aan het Hof. De plantagehouders hadden op deze manier veel zeggenschap in het bestuur van Suriname.
Conflicten tussen gouverneur en kolonisten
Meestal waren de belangen van de gouverneur strijdig met de belangen van de plantagehouders. Dit zorgde voor veel conflicten tussen de gouverneur en de kolonisten. Een voorbeeld hiervan waren de militaire zaken. Omdat de gouverneur de kosten van de verdediging van de kolonie van zijn opdrachtgever (de Sociëteit) zo laag mogelijk moest houden, kwam hij in conflict met het Hof. De kolonisten drongen namelijk steeds aan op militaire versterking voor de bescherming van de plantages.
1683: Van Sommelsdijck wordt de eerste gouverneur van Suriname
De eerste gouverneur sinds de komst van de Sociëteit werd Van Sommelsdijck zelf. Toen hij in 1683 in Paramaribo aankwam was de toestand van de kolonie verre van rooskleurig. Paramaribo telde ongeveer vijftig huizen en de plantages verkeerden in een vervallen toestand. De kolonisten konden het niet met elkaar eens worden en de inheemsen voerden nog steeds aanvallen uit.
Cornelis van Aerssen van Sommelsdijk. Door Adriaen Hanneman,
3e kwart 17e eeuw. (Rijksmuseum Amsterdam)
1683-1688: Van Sommelsdijck werkt aan de opbouw van de plantagekolonie
Na zijn komst begon Van Sommelsdijck onmiddellijk verbetering in de toestand te brengen. Hij versterkte de verdediging en sloot vrede met de inheemsen. De indianen mochten nu niet meer zomaar tot slaaf gemaakt worden. Om het vertrouwen van de indianen te winnen nam van Sommelsdijck zelfs met grote plechtigheid een Indiaanse als bijvrouw.
Om van Suriname een bloeiende kolonie te maken gaf van Sommelsdijck gratis grond uit aan mensen die zich als kolonist in Suriname wilden vestigen. Er waren echter weinig Nederlanders die naar Suriname wilden komen, dus moest van Sommelsdijck de kolonisten ergens anders vandaan halen. Een belangrijke groep die in deze tijd wel naar Suriname wilden komen waren Franse Hugenoten. Dit waren Franse protestanten die in hun eigen land vanwege hun godsdienst werden vervolgd. In Suriname waren ze wel vrij om voor hun geloof uit te komen. Omdat er allerlei nationaliteiten en godsdiensten naar Suriname kwamen, was er niet echt sprake van een hechte gemeenschap.
1688: Van Sommelsdijck wordt vermoord
Door zijn bazige houding maakte Van Sommelsdijck zich niet geliefd bij de kolonisten en soldaten. De plantagehouders vonden dat van Sommelsdijck geen rekening met hen hield en dat hij zich niet hield aan de rechten van het Hof van Politie. De soldaten vonden dat ze te hard moesten werken bij de aanleg van forten en het graven van kanalen. In 1688 werd Van Sommelsdijck gedood door een aantal soldaten.
Aan de timpaan van het presidentieel palijs, wat vroeger het
huis van de gouverneur was, herken je het Amsterdamse verleden.
In het midden zie je het wapen van Amsterdam met de 3 X-en.
1795: Het einde van de 'Geoctroyeerde Sociëteit van Suriname'
Veel winst maakte de Geoctroyeerde Sociëteit van Suriname niet. De familie Van Aerssen van Sommelsdijck verkocht in de jaren 1770-1771 hun aandeel in de Sociëteit aan de WIC en de stad Amsterdam. Ook de WIC ging het niet voor de wind. Toen deze maatschappij in 1792 haar schulden niet meer kon betalen, ging de compagnie failliet. De stad Amsterdam bleef nu als enige eigenaar over.
Door een omwenteling in 1795 kregen de Nederlandse gewesten de naam Bataafse Republiek. De nieuwe regering maakte een einde aan de Geoctroyeerde Sociëteit. Omdat deze niet meer in staat was Suriname goed te besturen. Suriname kwam nu onder direct gezag van de Nederlandse staat.
Terug
|