HOME INLEIDING OPDRACHT VERWERKING BRONNEN AFSLUITING DOCENT
 

De cultuur van de bosnegers

Middelen van bestaan
Bosnegers vormen samen met de indianen de binnenlandbewoners van Suriname. De bosnegers wonen in dorpen aan de oevers van rivieren. De dorpen hebben gemiddeld zo’n twee- tot driehonderd inwoners. Hun voornaamste bestaansmiddelen zijn akkerbouw en visvangst. De akkerbouw wordt gedaan op kostgrondjes, kleine landbouw grondjes in de jungle die met de hand bewerkt worden. Na enkele jaren zijn ze overwoekerd en dan moeten ze vervangen worden door nieuwe kostgrondjes. Deze manier van landbouw wordt 'shifting cultivation' genoemd. De belangrijkste producten zijn cassave (een soort wortel waar men ook brood van maakt) en rijst, maar men verbouwt ook aardnoten, maïs, suikerriet, tabak, pepers, bananen en kokosnoten.


Links liggen Piranha's te drogen voordat ze gegeten worden.Rechts ligt een schildpad die al is ontdaan van onderschild, kop en poten. Eet smakelijk!

Vissen gebeurt met behulp van hengel, pijl en boog, netten en vergif. Door de intensieve jacht is het aantal wilde dieren in het oerwoud zodanig achteruit gegaan, dat het jagen minder belangrijk is geworden voor de bosnegers. Over het algemeen komen de manieren van akkerbouw, visvangst en jacht erg overeen met de manieren van de indianen. Bosnegers en indianen hebben veel van elkaar geleerd. Het is echter moeilijk te zeggen van wie men wat heeft geleerd, en wat ze zelf hebben ontwikkeld.

Het leven aan de rivier
Omdat de slaven in de tijd van de slavernij via de rivieren naar het binnenland waren gevlucht bevinden de dorpen zich nu nog steeds aan de rivieroevers. De rivier is voor de marrons erg belangrijk. Omdat er in het binnenland geen wegen zijn, heeft de rivier nog steeds de functie van (transport)wegen. De rivier wordt ook gebruikt als douche of bad, voor het wassen van kleren en de afwas.

Rolverdeling tussen man en vrouw
Bij de bosnegers is er een duidelijke rolverdeling tussen mannen en vrouwen. De taak van de mannen is jagen en vissen. Mannen zijn ook verantwoordelijk voor het bouwen van korjalen (boten van uitgeholde boomstammen), huizen en houten gebruiksvoorwerpen. Verder hebben de mannen de plicht hun vrouw van voldoende huishoudelijke spullen te voorzien en een kostgrondje te geven. Voor het maken van een kostgrondje moeten bomen in het oerwoud omgehakt worden en daarna worden verbrand. Tegenwoordig zijn ook veel mannen werkzaam in de kuststreek of Paramaribo, en komen dan met geld terug naar hun dorp.


In een kookhut wordt cassavebrood gebakken.

De taak van de vrouwen is het bewerken van de kostgrondjes. Daarnaast maken ze kleine gebruiksvoorwerpen, zorgen ze voor het eten en de kleding voor man en kinderen. De traditionele kleding wordt tegenwoordig vaak vervangen voor geïmporteerde T-shirts, broeken en felgekleurde handdoeken. Omdat de vaders vaak voor langere tijd weg zijn voeden de vrouwen de kinderen op.

Halve kalebasjes worden als gebruiksvoorwerpen gebruikt. Ook worden er muziekinstrumenten van gemaakt, die dan mooi
gegraveerd of beschilderd worden.


Wonen
De huizen worden gemaakt van hout. Voorgevels van huizen worden vaak versierd met allerlei traditionele symbolen die geluk moeten brengen. Om de huizen extra mooi te maken zijn huizen vaak van verschillende kleuren hout gemaakt, of worden ze verfraaid met versierde gebruiksvoorwerpen. Koken gebeurd vaak buiten of in aparte muurloze hutten.

De voorgevels van huizen worden versierd met mooie traditionele symbolen. Om huizen extra mooi te maken gebruikt men soms verschillende soorten hout.

De daken werden oorspronkelijk gemaakt van palmbladeren, maar omdat het veel tijd kost om deze op de juiste manier te verweven, gebruikt men tegenwoordig ook vaak golfplaten. Deze gaan bovendien langer mee dan palmbladeren.


Huizen van naaste familie worden dichtbij elkaar gebouwd rondom pleintjes. Hier zie je dat men tegenwoordig de traditionele palmbladerdaken vervangt voor golfplaten.

De huizen staan dicht op elkaar gebouwd, waarbij de naaste familie zo dicht mogelijk bij elkaar woont rondom pleintjes. Dat de hutten zo dicht op elkaar staan heeft te maken met het verleden van de marrons. In de vlucht voor de blanke kolonialisten moesten ze vaak hun dorpen verplaatsen. Door de huizen dicht op elkaar te bouwen waren de dorpen kleiner qua oppervlakte en moeilijker te vinden voor de blanke kolonialisten. Dit is een opvallend verschil met de dorpen van de inheemsen, bij wie de huizen erg ver van elkaar staan.

Houtsnijwerk
Bosnegers en vooral de Saramakaners zijn echte kunstenaars wat betreft houtsnijwerk. Allerlei gebruiksvoorwerpen worden kunstig bewerkt en voorzien van traditionele patronen en menselijke en dierlijke figuren. Dat gebeurt bijvoorbeeld met bankjes, wasgoedkloppers, wandelstokken, haarkammen en schalen. Veel van die voorwerpen zijn bedoeld als geschenk aan vrouwen. De voorwerpen hebben vaak voorstellingen met een erotische betekenis. De kunst van het houtsnijden gaat tegenwoordig achteruit. De mannen gaan liever in de stad geld verdienen en daar industrieproducten kopen. De jeugd heeft minder tijd en interesse voor de tradities door school en verwestering.


De Sarramakaners zijn echte kunstenaars wat betreft houtsnijwerk. Dit bord dat gebruikt kan worden voor het bereiden van kruidenmengsels of om dingen op te presenteren is er een voorbeeld van. Dit soort kunstwerkjes worden ook vaak te koop aangeboden aan toeristen.

De samenleving
Hoewel veel bosnegers tegenwoordig in de stad wonen, hebben ze meestal nog een sterke band met hun geboortedorp. De bosnegerbevolking bestaat uit zes stammen (een paar kleinere niet meegerekend). Elke bosnegerstam heeft een stamhoofd (granman) die voor het leven wordt benoemd. De granman wordt ook door de Surinaamse overheid erkend. De granman wordt geassisteerd door kapiteins die de leiders zijn van de verschillende dorpen. De kapitein wordt weer bijgestaan door basja’s (ordebewakers).

Hoewel de kapitein door de overheid als gezagsdrager wordt erkend en een klein overheidssalaris ontvangt, is zijn macht niet groot. De meeste conflicten worden opgelost in langdurige besprekingen waaraan alle inwoners van het dorp kunnen deelnemen. De kapitein vervult tijdens de bespreking slechts de rol van voorzitter. De samenleving van bosnegers is dus behoorlijk democratisch.

Verder bestaat elke bosnegerstam uit ‘lo’s’ (clan’s). Een lo is een familiegroep waarbij de verwantschap van moeder op dochter overgaat. Elke lo heeft een gemeenschappelijke stammoeder.


'Een stamhoofd op reis', tekening van Benoit, 1839. De jas, hoed en stok met vergulde knop geven zijn betekenis aan.

Talen
Bosnegerstammen hebben allemaal hun eigen taal. Saramakaners spreken Saramakaans, Aukaners Aukaans, enzovoorts. Daarnaast spreken ook steeds meer bosnegers Nederlands, omdat dat op school gesproken wordt en voor het werken in de stad is het Nederlands belangrijk. Met Nederlands kom je in marrondorpen dus een heel eind.

Geboorte en huwelijk
Als een vrouw bevallen is, trekt ze zich voor twee tot drie maanden terug in een huisje. Na acht dagen mag het kind naar buiten en worden ingewijd tot de stam. De naam betekent vaak iets wat er op de dag van de geboorte gebeurd is. Ook komt het vaak voor dat een kind naar een familielid wordt genoemd. Bosnegers kennen niet die grote vreugde die wij in Nederland kennen bij een geboorte. Ze weten namelijk nog niet of het kind goed of kwaad zal gaan doen. Een bosnegerman mag meerdere vrouwen hebben, maar tegenwoordig komt dit niet veel meer voor omdat men dit niet meer modern vindt.

Dood
De dood is ongetwijfeld de meest ingrijpende gebeurtenis binnen een bosnegerdorp. Bij bosnegers bestaat de natuurlijke dood niet. Dood wordt veroorzaakt door een bovennatuurlijke macht: goden, geesten of door toedoen van een vijand die kwaad wil doen.

Als iemand dood gaat moet er eerst gekeken worden of die persoon een goed mens was of niet. Dit moet getest worden door een traditionele test. Als iemand een slecht persoon bleek te zijn, dan wordt hij binnen twee dagen in alle stilte begraven. Dit boezemt extra angst in, omdat men vermoedt dat er dan kwade handlangers in het dorp zijn. Als iemand een goed persoon was wordt er minstens een week gerouwd met religieuze muziek en dans. De begrafenis is dan een moment waarop stamleden van verschillende dorpen elkaar ontmoeten.

Na deze week wordt de persoon begraven buiten het dorp. De naaste familie van de overleden (man of vrouw en kinderen) mogen een jaar lang niet deelnemen aan feesten en de vrouw mag geen seks hebben, als respect voor de overledene. Na die periode krijgen ze een feest ter afsluiting van de rouwperiode. De kleur van de rouw is wit; die kleur staat symbool voor de geest van de overledene.

Als er een granman sterft is er een groter spektakel. Dit komt ook omdat een granman geen kwaad persoon kan zijn, omdat hij een eed heeft gezworen. De festiviteiten zijn uitbundiger en de rouwperiode duurt langer. Stamleden uit alle dorpen moeten de gelegenheid krijgen om afscheid te nemen van hun granman.


Aan dit altaartje zie je mooi de vermenging van de Afro-Surinaamse godsdienst met het Christendom. Rondom het Christusbeeld staan verschillende offer en religieuze objecten die door bosnegers gebruikt worden bij hun geloofsuitoefening.

Religie
De bosnegers geloven van oorsprong in de ‘Gaan-Gadu’ de ‘Grote God’. Deze oppergod is de schepper van alles en regeert de wereld met behulp van de lagere goden. Die lagere goden oefenen invloed uit op de mensen.

De meeste goden of geesten kunnen ook van iemand bezit nemen. Dit gebeurd als je de rust van die god of geest geschonden hebt, door bijvoorbeeld het gebied of het object waarin hij of zij gehuisvest was, lastig te vallen of te veranderen. Een bovennatuurlijke kracht kan je dan lastigvallen met wraak- en plaagacties. Ook kan net zoals bij de creolen een vijand van iemand boze geesten of goden op iemand afsturen. Voor alle groepen goden zijn er priesters die de relaties onderhouden en helpen bij verdrijven van kwade geesten. Ook spelen de priesters een belangrijke rol bij belangrijke rituele momenten in het leven zoals geboorte, huwelijk, en dood.

Als je een dorp in gaat zie je vaak een soort poort met hangende palmbladeren. Deze ‘azam-paw’ beschermt het dorp tegen kwade geesten die mensen met zich mee kunnen dragen. Naast kwaaddoen kunnen de goden ook positieve dingen doen. Zo kunnen ze je wijsheid en genezing geven. Goede geesten beschermen je ook tegen de kwade. Veel bosnegers zijn vanaf de 19e eeuw bekeerd tot het christendom. Deze bosnegers combineren het christelijk geloof met tradities van het eigen geloof.

 

Terug