HOME INLEIDING OPDRACHT VERWERKING BRONNEN AFSLUITING DOCENT
 

1863: de afschaffing van de slavernij


Keti-Koti: de ketenen doorbroken. Dit is nu nog steeds de naam van de feest-
dag waarop vooral de afro-Surinamers de afschaffing van de slavernij vieren.

1814: de afschaffing van de slavenhandel
De eerste stap naar de afschaffing van de slavernij in Suriname is al gezet in 1814, toen de slavenhandel grondwettelijk verboden werd. Tot dan toe lag bij de slaven het sterftecijfer veel hoger dan het geboortecijfer. Om te voorkomen dat de slavenbevolking uit zou sterven was het belangrijk om de levensomstandigheden van de slaven te verbeteren. Daarom werd in 1828 onder andere bepaald dat er verbetering kwam van de werktijd, voeding en kleding van de slaven.

1834: De afschaffing van de slavernij door Engeland
Toen in 1834 Engeland slavernij afschafte, ontstond er in de Nederlandse kolonie Suriname grote paniek onder de Surinaamse blanken. Men vreesde massale vluchtpogingen van Surinaamse slaven naar Brits-Guyana. De grensrivier, de Corantijn, werd bewaakt met een marineschip en ook de andere riviermondingen werden gecontroleerd.


Hier zie je de drie Guyana's naast elkaar.
Van links naar rechts: (voormalig Brits-) Guyana, Suriname en Frans-Guyana.
De oostelijke grens en de westelijke grens van Suriname wordengevormd door grote rivieren
.

De Nederlandse gouverneur deed in 1837 een verzoek aan de minister van koloniën om ook in Suriname de slavernij af te schaffen. Zijn reden hiervoor was een grote slavenopstand. Hoewel de poging mislukte maakte de gouverneur zich grote zorgen. De Nederlandse minister van Koloniën wilde echter niks weten van afschaffing van de slavernij. Vanuit Brits-Guyana hoorde hij namelijk verhalen over vrije slaven die niet meer wilden werken en vervielen in 'barbaarsheid'. In werkelijkheid viel dit echter best mee. Omdat de slavenarbeid over werd genomen door Brits-Indische contractarbeiders (mensen die voor geld kwamen werken) kwam er juist een enorme bloei in de Engelse plantage-economie.

Toen de ongeregeldheden onder de Surinaamse slaven bleken mee te vallen, verdween ook bij de gouverneur het idee om de slavernij af te schaffen.

1842: de afschaffing van de slavernij door Frankrijk
Een volgende schok voor de Nederlandse slavenhouders kwam in het jaar 1842. In dit jaar was in Frankrijk een revolutie ontstaan waardoor in alle Franse koloniën de slavernij afgeschaft was. Als gevolg hiervan ontstonden onder Surinaamse slaven grote vluchtpogingen naar Frans-Guyana. Ondanks Nederlandse hulp kon het bestuur van Suriname geen einde maken aan deze vluchtpogingen.

Nu begon ook de Nederlandse minister van koloniën na te denken over het afschaffen van de slavernij. Plantage-eigenaren die voornamelijk in Nederland woonden verzetten zich zelfs niet meer zo sterk tegen vrijlating van slaven. Wel wilden ze van de overheid een fatsoenlijke schadevergoeding om het verlies van de goedkope arbeidskrachten op te vangen. Ondanks enkele abolitionisten (mensen die tegen slavernij zijn) ontbrak het in Nederland aan grote protesten tegen slavernij. Het Nederlandse volk hield zich niet echt met het thema bezig. Zo kon de Nederlandse koning in 1842 een voorstel voor vrijlating van de slaven nog zonder protest verwerpen.

De mening van het volk verandert
Pas nadat in 1852 het boek 'De negerhut van oom Tom' in Nederland verscheen, kreeg de afschaffing van slavernij aandacht onder de Nederlandse bevolking. Omdat iedereen nu via dit boek kon lezen wat slavernij werkelijk inhield, kwamen er steeds meer mensen die tegen slavernij waren. Een belangrijke ontwikkeling was dat Nederland in 1848 een democratie was geworden. Vanaf nu had het volk via de volksvertegenwoordiging een middel om verandering in de situatie van de slaven te brengen. In 1851 en 1856 werden de omstandigheden en voorzieningen van slaven dan ook verbeterd, en mochten slaveneigenaren niet meer zulke zware straffen uitdelen.


De Nederlandse versie van Uncle Tom's Cabin van Harriët Beecher Stowe uit 1852, werd net als in de Engelstalige landen een groot succes.

Ondanks het feit dat de mening van het volk veranderde, werd de slavernij nog niet afgeschaft. Dit kwam door vooral twee problemen die de afschaffing voor de overheid bemoeilijkte.

  • Wanneer de slavernij afgeschaft zou worden, moest de overheid de slavenhouders een schadevergoeding betalen voor het verlies van de slaven.
  • Wie nam het werk van de slaven over; wie is verantwoordelijk voor het leveren van nieuwe arbeiders: de plantagehouders of de overheid?

1863: de afschaffing van de slavernij door Nederland
In 1862 werd door de Tweede Kamer besloten dat de slavernij in 1863 zou worden afgeschaft. Het probleem van de schadeloosstelling werd door de overheid opgelost door de slaveneigenaren 300 gulden per vrijgelaten slaaf te geven. Ook werd er 1.000.000 gulden beschikbaar gesteld als premie voor het aantrekken van vrije arbeiders, wat deels het tweede probleem oploste.

De planters en de regering waren bang dat vrijgelaten slaven meteen weg zouden trekken waardoor de plantages zonder werkkrachten zouden komen te zitten. Dit probleem loste de regering op door het instellen van een Staatstoezicht op de vrijgelaten slaven. Dit hield in dat alle voormalige slaven voor tien jaar verplichte loonarbeid moesten verrichten op een plantage naar keuze. Op deze manier hadden de plantagehouders en de regering tien jaar de tijd om naar nieuwe werkkrachten te zoeken.


Het Kwakoe monument is het monument ter ere van de afschaffing van de slavernij.
Kwakoe is Surinaams voor woensdag, de dag waarop de slavernij werd afgeschaft in 1863.
Het beeld is gemaakt door Jozef Klas en stelt een slaaf voor die zijn ketenen verbreekt.
Kwakoe krijgt regelmatig nieuwe kleren aangetrokken als eerbetoon aan het historische moment.

Vanaf woensdag 1 juli 1863 kwamen er een kleine 33.000 vrije burgers bij in Suriname (hoewel de ex-slaven nog wel verplicht waren tien jaar te werken op de plantages). Er werd drie dagen gefeest met kerkelijke plechtigheden, optochten en feesten. Tegenwoordig is de dag waarop de slavernij werd afgeschaft een nationale feestdag waar alle bevolkingsgroepen aan deelnemen.

 

Terug