HOME INLEIDING OPDRACHT VERWERKING BRONNEN AFSLUITING DOCENT
 

1667-1683: Suriname van Engelse naar Nederlandse landbouwkolonie


1581-1795: De Republiek
In de 17e en 18e eeuw spraken we nog niet van één Nederland maar, van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Deze gewesten verklaarden zich in 1581 onafhankelijk van Spanje.
Hoewel de gewesten een overkoepelend bestuur hadden, waren de verschillende staten in grote mate zelfstandig.


Brabant en Limburg zijn geel gekleurd omdat deze gebieden nog algemeen eigendom waren van de staat en niet de zelfstandigheid hadden zoals de Zeven Nederlanden.

1664-1667: de Tweede Engelse Oorlog
Omdat de Republiek en Engeland concurrenten van elkaar waren en letterlijk in elkaars vaarwater handelden, brak er een oorlog uit tussen deze twee landen: de Tweede Engelse Oorlog. Tijdens deze oorlog veroverden de Engelsen en de Republiek enige West-Indische eilandjes van elkaar.

Tijdens deze oorlog in 1667 veroverden de Zeeuwen, onder leiding van Crijnssen, Suriname op de Engelsen. Het houten fort dat Willoughby in Suriname had laten bouwen, werd versterkt met kanonnen en Nederlandse soldaten en kreeg de naam 'Fort Zeelandia'.De inwoners van Suriname, vooral Engelsen en joden, moesten een eed van onderwerping aan het Zeeuwse gezag afleggen. Wanneer ze dit deden behielden ze alle voorrechten die ze onder de Engelsen ook hadden gehad.


In 1667 veroveren de Zeeuwen Fort Willoughby van de Engelsen na de verovering werd het fort omgedoopt in 'Fort Zeelandia'


Het huidige Fort Zeelandia

Crijnssen veranderde ook de hoofdstad in plaats van Thorarica werd Paramaribo de hoofdstad. Deze stad was makkelijk te verdedigen omdat het achter Fort Zeelandia lag en deze plaats had een gunstigere ligging voor de handel. Deze stad werd al snel het handelscentrum van de Nederlandse kolonie.

1667: Zeeland wordt eigenaar van Suriname
Tijdens de Vrede van Breda in 1667 werd besloten dat de Engeland en de Republiek de op elkaar veroverde gebieden mochten houden. Suriname werd hiermee eigendom van de Zeeuwen die de kolonie hadden veroverd. De Engelsen waren echter niet van plan om zomaar Suriname te verlaten. Voordat de Engelsen vertrokken gingen ze uit wraak de kolonie flink plunderen. Er werden veel plantages verwoest en een groot aantal Engelse planters werd gedwongen om met hun slaven Suriname te verlaten. Wat overbleef was slechts een klein aantal soldaten en enkele honderden burgers. Vanuit deze puinhoop was het voor de Zeeuwen erg lastig om een winstgevende kolonie op te bouwen.

1667-1684: Strijd tegen de inheemsen
Na de Vrede van Breda was het voor de Zeeuwen erg lastig om van Suriname een winstgevende kolonie te maken. Dit had niet alleen te maken de plunderingen van de Engelsen. Ook het inheemse volk de Caraïben maakte het de Zeeuwen erg lastig. Dit volk voerde voortdurend aanvallen uit op de plantages omdat de Nederlanders veel Caraïben als slaaf lieten werken. De Caraïben begonnen tegen de Nederlanders een guerrillaoorlog, waarbij veel planters om het leven kwamen of wegvluchtten van de plantages. Het gevolg van deze aanvallen was dat de suikerproductie daalde en er een voedseltekort ontstond. In 1684 werd er met de inheemsen vrede gesloten. Afgesproken werd dat de kolonisten de inheemsen niet meer zomaar tot slaaf mochten maken.


Dit schilderij van een inheems dorp is gemaakt door Gerrit Carel Francois Schouten (1779-1839)

1682: Suriname wordt eigendom van de WIC
Het besturen van Suriname kostte de Zeeuwen veel geld en moeite. Dit kwam vooral doordat de Engelsen bij het verlaten van Suriname de kolonie hadden geplunderd. Bovendien bemoeilijkte de strijd tegen de Indianen niet alleen de opbouw van de kolonie, maar kostte de strijd ook veel geld. Daarom verkochten de Zeeuwen in 1682 Suriname aan de West-Indische Compagnie (WIC). De WIC was een organisatie in de 17e en 18e eeuw in naam van de Republiek het alleenrecht kreeg op de handel met alle koloniën in West-Indië: Noord- en Zuid-Amerika en West-Afrika. Naast handel drijven had de WIC ook een militaire doelstelling: het veroveren van vijandige schepen en gebieden.

1683: Suriname wordt eigendom van de 'Geoctroyeerde Sociëteit van Suriname'
Al snel bleek dat de WIC, net als Zeeland, niet over genoeg geld beschikte om de kolonie tot bloei te brengen. Daarom verkocht de WIC in 1683 één derde deel van de eigendomsrechten aan de stad Amsterdam en één derde deel
aan de rijke edelman Cornelis van Aerssen van Sommelsdijck


Cornelis van Aerssen van Sommelsdijk. Door Adriaen Hanneman, 3e kwartr 17e eeuw. (Rijksmuseum Amsterdam)

De drie bezitters van de kolonie vormden een vereniging van eigenaren van de kolonie die 'de Geoctroyeerde Sociëteit van Suriname' werd genoemd. Bij het ontstaan van deze vereniging was er eindelijk genoeg financiële draagkracht om de kolonie winstgevend te maken.

 

Terug