De cultuur van de Javanen
Foto is afkomstig uit C.F.A. Bruijning, Suriname : geboorte van een
nieuw volk.
Amsterdam : Amsterdamsche Boek- en Courant Mij, 1957.
De Javanen
Suriname is het enige land in het Caribische gebied waar een grote groep Javanen woont. Tot nu toe hebben de Javanen geen grote rol gespeeld in de geschiedenis van Suriname. Toch neemt ook de invloed van de Javanen toe. Met name de culturele uitingen en hun eten is nationaal bekend en geliefd.
Taal
De Javanen spreken over het algemeen allemaal Nederlands. Alleen ouderen en anderen die niet naar school zijn geweest, proberen in het Sranan Tongo met andere Surinamers te praten. Onderling praten Javanen Javaans. Javanen zijn trots op hun cultuur en beschermen deze ook. Javanen die geen Javaans kunnen worden ook niet meer als echte Javanen gezien.
Wonen
De meeste Javanen wonen buiten de stad. Er zijn een paar districten waar ze een behoorlijk aandeel of overheersend aandeel van de totale bevolking vormen. In Paramaribo wonen mensen meer door elkaar, maar toch zijn er ook enkele Javaanse wijken. Omdat het eten van deze etnische groep ook bij andere Surinamers geliefd is, zijn verschillende Javanen bij hun huis kleine eettentjes begonnen. Dit soort eettentjes aan huis worden ‘warungs’ genoemd. Er zijn ook een aantal grotere en luxere Javaanse restaurants. Deze restaurants bevinden zich vooral in en rondom Paramaribo.
Een moskee in Nieuw-Amsterdam
Rukun
Een van de belangrijkste waarden in de Javaanse cultuur is ‘rukun’. Dit kan men vertalen als ‘harmonie’ of ‘saamhorigheid’. Javanen willen dit bereiken tussen mensen en de goden en geestenwereld. Door goed in harmonie te leven moet je bescheiden, beleefd en beschaafd zijn. Openlijke conflicten moet je proberen te vermijden.
Javanen die minder streng in de leer zijn, proberen deze harmonie te bereiken door het uitvoeren van ceremonies bij belangrijke gebeurtenissen. Belangrijke gebeurtenissen voor de Javanen zijn geboorte, besnijdenis, huwelijk, zwangerschap en overlijden, maar ook religieuze feestdagen en kermissen. Zo’n ceremonie heet een Slametan en gebeurd onder leiding van een geestelijk leider, ‘kaum’. Ook bij de Javanen is eten belangrijk bij dit soort ceremonies. Elk gerecht heeft zijn eigen symbolische waarde.
Feesten
Naast Slametans zijn er nog meer traditionele Javaanse invullingen mogelijk om een feest te vieren. Dit kan met behulp van een wayangvoorstelling, een ludrugvoorstelling een jaran képangopvoering of een terbangan.
Javaanse mannen tijdens
een jaran képangvoorstelling
Wayang: Een wayangvoorstelling is een schimmenspel van platte houten poppen die door middel van stokjes bewegen. De populariteit neemt af doordat deze stukken in een oude taal opgevoerd worden, die de Surinaamse Javanen niet goed meer beheersen. Ook sluiten de onderwerpen niet zo aan op het Surinaamse leven.
Ludrug: Een ludrugvoorstelling is populairder. Dit is een soort volkstoneel in het Javaans en met Surinaamse thema’s.
Jaran képang: Bij Jaran képang gaan jonge mannen op platte stokpaarden dansen. Tijdens deze dans raken ze in een soort trance en veranderen ze van ruiters in paarden die gras eten en galopperen en springen als wilde paarden. Als de leider hen uit hun trance haalt, is de voorstelling afgelopen.
Terbangan: Een terbangan is een koor met van oorsprong islamitische liederen, maar dit religieuze karakter neemt steeds verder af.
Deze feestelijke uitingen vinden andere Surinamers vaak ook interessant, doordat de Javanen hun feestelijke muzikale uitingen aanpassen aan de samenleving waarin ze leven. Deze Javaanse muziek vormt vaak ook weer een inspiratie voor de algemene Surinaamse muziek.
Religie
Bijna alle Javanen zijn moslim. Doordat Javanen hun cultuur zo willen beschermen, hebben pogingen van christenen om deze mensen te bekeren weinig succes gehad.
De Javaanse moslims zijn in twee groepen verdeeld, namelijk in oostbidders en de westbidders.
1. Westbidders vormen de eerste groep Javaanse migranten die naar Suriname kwamen. Deze groep wordt zo genoemd omdat ze in Indonesië gewend waren naar het westen te bidden, om zich tot Mekka te richten. Aangekomen in Suriname had men zich om moeten draaien naar het Oosten, maar dat hadden de eerste, vaak niet- of laaggeschoolde immigranten niet door. Deze groep heeft deze traditie er nu zo in gesleten dat men het ook niet meer verandert. Naast het bidden naar het westen heeft deze groep, in tegenstelling tot de oostbidders, elementen van het hindoeïsme in hun godsdienstige leer zitten. Deze hindoeïstische kenmerken zijn afkomstig uit de tijd dat de islam nog niet bekend was in Java.
2. In de jaren ’30 van de 20e eeuw kwamen er steeds meer beter geschoolde Javaanse migranten die het niet eens waren met de islam van de Surinaamse Javanen (de westbidders). De nieuwe groep Javanen ging wel naar het oosten bidden en worden daarom 'oostbidders' genoemd. Zij hadden hun Islam al gezuiverd van hindoeïstische invloeden.
Moslims gaan massaal naar de moskeeën op Id Ul Fitr. Na de mis wordt er lekker gegeten met zijn allen,
om te vieren dat de Ramadan voorbij is
In veel Javaanse dorpen ontstonden zo twee moskeeën. Tegenwoordig is de tweestrijd niet zo heftig meer. Het gaat vooral om het gemeenschappelijk Javaan zijn, of het moslim zijn samen met de Hindostaanse moslims. Dit komt mooi tot uiting bij het Id Ul Fitr (Suikerfeest) waarbij alle Surinaamse moslims hetzelfde feest vieren. Dit gebeurt in eigen moskeeën, maar ook in het groot op het Onafhankelijkheidsplein. Op dit plein komen moslims uit alle etnische groepen bij elkaar om gezamenlijk het Suikerfeest te vieren.
Terug
|