De cultuur van de creolen
Sranan Tongo
Hoewel de officiële taal in Suriname Nederlands is, wordt er ook veel gepraat in het Sranan Tongo (‘Sranan’ is ‘Suriname’ en ‘tongo’ is ‘taal’). Deze taal hebben de creolen in de tijd van de slavernij ontwikkeld om met elkaar te communiceren. Dit was nodig omdat de slaven van verschillende West-Afrikaanse landen kwamen en niet dezelfde taal spraken. Deze taal is een combinatie van vooral Afrikaanse talen met Engels, Portugees en Nederlands. Omdat het Nederlands voor de slaven was verboden communiceerden de blanken ook in deze taal met slaven.
De taal die de Surinaamse slaven ontwikkelden is nu de tweede taal na het Nederlands. Het Nederlands wordt vooral gebruikt als het om officiële zaken gaat, bijvoorbeeld op school, op het werk, op de tv en in de politiek. Sranan Tongo wordt niet voor officiële zaken gebruikt, maar wordt vooral in het dagelijkse leven gebruikt wanneer creolen onderling aan het praten zijn. Andere Surinamers beheersen deze taal vaak ook, maar spreken in het dagelijks leven vaker de taal van hun eigen etnische groep.
Kleding
Vooral de vrouwen hebben hele opvallende traditionele kleding. Denk maar aan tante Es van de cabaretier Jurgen Raymann. De opvallendste kledingstukken zijn de koto (rok) en de angisa (hoofddoek). Deze kledingstukken zijn er voor allerlei verschillende doeleinden en gelegenheden. Via de angisa kunnen vrouwen door middel van verschillende vouwwijzen hun gemoedstoestand en geheime boodschappen doorseinen. Dit was in de tijd van de slavernij heel handig. Dit konden boodschappen zijn van ‘wacht op mij op de hoek’ tot ‘loop naar de hel’. Tegenwoordig wordt deze speciale klederdracht nog gedragen op speciale feestdagen en gelegenheden.
Jurgen Raymann als zijn typetje Tante Es in traditionele creoolse kleding.
Het gezin
Vooral bij de volkscreolen was en is het matrifocale gezin veel voor. Een matrifocaal gezin wil zeggen dat de moeder met haar kinderen een huishouden vormt. De vader ontbreekt of komt regelmatig op bezoek. De vrouw heeft meestal een aantal tijdelijke relaties, waardoor de kinderen ook niet dezelfde vader hebben. Dat dit vooral bij de creolen van de volksklasse zo is heeft vooral te maken met historische en sociale oorzaken.
1. De historische oorzaak is dat door de slavernij de slaven geen gezin konden vormen en niet konden samenwonen. Voor hun seksuele relaties waren de slaven aangewezen op ‘bezoekrelaties’. Dit wil zeggen dat mannelijke slaven ’s nachts er tussenuit knepen om slavinnen van een andere plantage te bezoeken. Bij de dageraad moesten ze weer bij hun meesters zijn.
2. De sociale oorzaak is dat de creolen uit de volksklasse het minst in aanraking kwamen met de westerse cultuur. De westerse normen omtrent seksueel gedrag werden vrijwel niet overgenomen. Bovendien waren de volkscreolen vaak werkloos, waardoor ze te weinig verdienden om over een langere periode een gezin te onderhouden. Daarom lieten de mannen de last van het kinderen opvoeden en onderhouden vaak aan de vrouwen over.
Inmiddels gelden deze oorzaken niet meer, maar heeft het er wel toe bijgedragen dat deze gezinsstructuur in de cultuur is ingeslopen.
De bekering tot het christendom
Al vanaf de negentiende eeuw werden slaven bekeerd tot het christendom. Toen men doorkreeg dat de afschaffing van de slavernij eraan zat te komen gingen blanken extra hun best doen om slaven tot het christendom te bekeren. Men dacht dat christelijke negers minder ongeregeldheden zouden veroorzaken bij het krijgen van de vrijheid. In 1863, het jaar waarin de slaven de vrijheid kregen, hoorde al 90% van de slaven tot de protestantse evangelische broedergemeente (ook wel hernhutters genoemd), de pinkstergemeente of de rooms-katholieke kerk. De slaven wilden zich graag tot het christendom bekeren. Zij zagen de christelijke godsdienst namelijk als statussymbool, dat hen meer aan de blanken gelijk maakte.
Doordat de creolen als slaaf al
tot het christendom bekeerd werden
zie je veel kerken in Suriname. Deze
zijn net zoals de meeste gebouwen
in Suriname van hout gemaakt.
Winti
Ondanks dat het kerkbezoek onder de creolen relatief hoger ligt als bij Nederlandse christenen, houden de creolen ook nog vast aan de gebruiken van de traditionele Afro-Surinaamse godsdienst. Elementen uit verschillende Afrikaanse godsdiensten zijn in Suriname, vooral door de bosnegers, maar ook door de slaven, samengevoegd tot een eigen religie: winti. Winti is geen godsdienst zoals het christendom of de islam. Er zijn geen geschriften als de bijbel of koran, en er zijn ook geen kerken.
Winti handelingen bij een rouw ceremonie
Volgens de wintireligie is er een oppergod: Gran Gaado (Grote God). Hij schiep de mens, natuur en de winti’s (winden). Winti’s zijn natuurgeesten die bezit van een mens kunnen nemen. Alle winti bestaan uit goede en kwade aspecten. Er bestaan hogere en lagere winti’s. Bij de lagere winti’s domineert het kwade aspect, bij de hogere het goede. Winti’s zijn overal aanwezig, en op bepaalde momenten in het leven zoals geboorte en dood vervullen zij vaak een belangrijke rol.
Winti’s kunnen mensen advies en raad geven, maar kunnen je ook tegenwerken bij verkeerd gedrag of het verwaarlozen van je voorouders. Ook kan het zijn dat iemand anders je kwaad heeft willen doen doormiddel van een ‘wisi’, een soort rituele handeling om de hulp van kwade winti’s op te roepen.
De winti-priester/-geneesheer, ‘bonuman’, heeft het vermogen om contact te maken met de andere wereld, waarin de winti’s zich bevinden. Hij kan doorkrijgen wat voor handelingen nodig zijn om bijvoorbeeld een ziekte te genezen.
Terug
|